25 apr 2017

Gewoon bijzonder

Regelmatig mag ik in de rol van zorgbemiddelaar families en belangstellenden ontvangen die op zoek zijn naar een goed thuis voor een dierbare. Zo ook in januari jongstleden, toen ontving ik de familie Klaassen. Naar aanleiding van hun bezoek aan Huize Rosa schreef de heer Klaassen een verhaal over – in zijn woorden - ‘iets heel gewoons’ wat indruk op hem maakte. Een mooi en gevoelig verhaal, wat zeer de moeite waard is om te delen. Ik wil graag de familie van de bewoner uit het verhaal en de heer Klaassen bedanken voor hun toestemming om dit verhaal hier te mogen publiceren. Vanzelfsprekend is het verhaal geanonimiseerd geschreven.

Henk Swinkels

 

Lenie

Mijn zus en ik wachten in de hal van Huize Rosa voor een gesprek met de directeur in verband met een mogelijke plaatsing van mijn moeder daar. De indicatie in mijn tas, vragen in mijn hoofd. Ik kijk naar de glazen deuren bij de entree. Dubbele deuren met een ruimte ertussen. Pas als de buitendeur gesloten is, gaat de binnendeur open. Een vrouw staat ervoor, blokkeert degenen die naar binnen willen. Vanaf de receptie wordt geroepen: “Lenie, je moet een paar stappen achteruitgaan!”

Lenie - klein, tenger, bescheiden en kwetsbaar ogend - lacht vriendelijk maar verroert geen vin. Ze kijkt onbegrijpend rond. Ze zou alles wel voor iedereen willen doen, maar ze snapt de woorden van de anderen niet meer, weet niet wat er allemaal in en rondom haar gebeurt. Is vergeten hoe de wereld, zijzelf en de anderen in elkaar zitten, heeft al helemaal geen notie van wat er in ‘dat glazen huis’ gebeurt, hoe dat deurenmechaniek de bezoekers gevangen houdt.

De vrouw achter de balie begeleidt Lenie een paar stappen naar achteren. Opnieuw die onthande lach. Vertederend, mensonterend tegelijk. Een groot mens opnieuw klein kind geworden. Ze gebaart naar buiten te willen. Omdat het koud is, zegt de vrouw  tegen haar: “Dan moet je eerst je jas aan gaan doen”.

Lenie’s blik verraadt dat ze geen idee heeft van waar die ligt. Misschien weet ze ook wel niet wat het woord jas betekent, denk ik. Even later komt ze terug zonder jas aan en loopt weer naar de deur. De vrouw geeft iemand opdracht haar naar haar jas te brengen en haar daarin te helpen. Lachend loopt ze naar de deur, lachend stapt ze erdoor heen en lachend trekt ze buiten de capuchon van de jas strak rondom haar hoofd. Tien meter loopt ze, dan draait ze zich resoluut om en komt weer lachend naar binnen. De grote buitenwereld is voor haar heel klein geworden. Arme Lenie.

De directeur maakt zijn opwachting en we nemen plaats in de hal waar de bewoners eten en samenzijn voor koffie. Hij vertelt zijn verhaal en wij lichten toe wie Ma is en wat zij volgens ons wel en niet nodig heeft. Als ze hier komt want er is een wachtlijst van een tot anderhalf jaar. Ze is 18 op de wachtlijst, er zijn 40 appartementen. Er wonen ook religieuzen, zusters Dominicanessen. We krijgen een rondleiding, zien  twee mooie appartementen. De directeur vraagt of moeder gelovig is en meldt dat er dagelijkse een eucharistieviering en koorgebed is. Ik weet dat Ma dat zal waarderen. Ze gelooft in God en in samenkomst met Pa.

Hij toont ons daarop de kapel. Een prachtige ruimte. Vol licht. Ademend. Uitnodigend. Hoopgevend. We kijken rond. Mijn blik gaat omhoog, van het Tabernakel met Kruis in het midden naar de banken beneden rechts. Afgezien van ons drieën is er nog iemand in de kapel. Vroom, met de ogen strak gesloten, in nederige houding, zit daar… Lenie. Nietig Mensje. In afwachtende aanbidding. Vervuld van hoop op Zijn liefdevolle komst. “God, heb erbarmen met Lenie”, hoor ik mezelf denken.

We nemen afscheid nadat de directeur Ma op de wachtlijst gezet heeft. Het Huis heeft onze voorkeur maar helaas dus niet die van ons alleen. In afwachting van de ontwikkelingen op de wachtlijst en van hoe het verder thuis gaat met Ma de komende tijd gaan ook wij - gelukkig nog zonder bestaansprobleem - via de glasdeuren heen.

i q d

Deel dit bericht via: