2 jul 2019

Momentjes

Daar zit ze dan. Mevrouw woont in een verpleeghuis, maar in haar gedachten is ze daar nu even niet. Ze is op haar lievelingsplekje, want hier schijnt de zon zo mooi naar binnen. Dat haar plekje naast het kantoor van de bestuurder van het verpleeghuis is maakt haar niet uit. En hem ook niet.

Omdat ze er zo graag zit, is het plekje speciaal voor haar ingericht met spulletjes waar ze van houdt. Ze geniet ervan. Voor haar staat haar rollator. Er ligt een fotolijstje op en andere persoonlijke spulletjes zitten in het mandje voor op de rollator. Zachtjes prevelt ze wat woordjes voor zich uit. Ze lacht erbij en haar spiegelbeeld in de goudomrande spiegel tegenover haar lacht terug. Dat maakt haar nog vrolijker. Na een paar minuten wordt haar blik leeg. Ze doet haar ogen dicht. Even genieten van de zon die op haar gezicht schijnt.

Als ze haar ogen weer opent is ze blij verrast door het mandje met naaispulletjes wat op het tafeltje naast haar staat. Een voor een haalt ze wat voorwerpen tevoorschijn en onderwerpt ze aan een onderzoekende blik. Wanneer herkenning door haar mistige gedachten heen breekt moet ze opnieuw lachen. Dit mandje kent ze, het zijn haar spulletjes. Dan vindt ze een fotoboekje en ze begint zachtjes te praten tegen de mensen op de foto’s.

Er komt een zorgmedewerker aanlopen. Ze gaat vlak voor mevrouw op haar hurken zitten en vraagt of alles goed met haar is. Ze wijst op het boekje en de mooie foto’s erin. Mevrouw fluistert zacht wat woorden terug die niets met het boekje te maken hebben. De zorgmedewerker vraagt of mevrouw zin heeft om in de huiskamer te komen eten. Maar nee, dat wil ze niet. Liever blijft ze zitten waar ze zit. De zorgmedewerker loopt weg om even later terug te keren met een bordje warm eten. Voorzichtig leggen ze samen het fotolijstje in het mandje van de rollator en zetten het bord met eten ervoor in de plaats. Mevrouw vindt het prima zo. Dadelijk gaat ze daar wat van eten. Of niet. Maar nu eerst nog even genieten van de zon.

i q d

Deel dit bericht via: