Visie op welzijn en zorg
Het uitgangspunt bij wat wij doen, is zo veel mogelijk regie en zelfstandigheid voor bewoners en cliënten. Dit geldt ook voor vrijwilligers en medewerkers. De schijf van vijf is onze concrete vertaling en toepassing van zelf als het kan, thuis als het kan en digitaal als het kan. Wij werken op basis van gelijkwaardigheid met het inclusieve team.
Schijf van vijf
Eerst de punten van één tot en met vier, daarna vullen wij het noodzakelijke aan op wat er was of wat nog kan. Dit doen wij in een inclusief team en op onze eigen persoonlijke manier.
- Zelfstandigheid: wat kan de bewoner of client zelf doen of aanleren?
Wat kan de bewoner of cliënt zo veel mogelijk zelf blijven doen of weer gaan doen of aanleren? Om zo lang mogelijk kwaliteit van leven te hebben is het belangrijk om in beweging te blijven. Dit draagt ook bij het gevoel van eigenwaarde. ‘Ik kan het zelf’ en daarmee wordt de persoon minder afhankelijk van een ander. Zo blijft eigen regie zo lang mogelijk behouden. - Sociaal netwerk: wat kunnen familie en vrienden doen?
We betrekken het netwerk van familie en vrienden. Wat kunnen familie of mensen uit het sociale netwerk gaan of blijven doen? - Gebruik van (digitale) hulpmiddelen: welke (digitale) hulpmiddelen kunnen helpen?
Samen gaan we op zoek naar slimme en beschikbare oplossingen. Als er een beschikbaar hulpmiddel is voor de ondersteuningsvraag, dan zetten wij dat gericht in. Dit maakt en houdt het ook menselijker. Juist door (digitale) hulpmiddelen in te zetten, houden we mensen beschikbaar waar dit echt nodig is. - Vrijwilligers: wat kunnen vrijwilligers doen?
Wij hebben een groot netwerk en groot aantal vrijwilligers, die zich aan ons verbonden hebben. Wij kunnen contacten leggen om behoefte en aanbod te ‘bemensen’. - Medewerkers: het noodzakelijke aanvullen.
Het noodzakelijke aanvullen doen zij volgens onze manier van werken. Daarnaast zijn vier zaken die wij van elke medewerker verwachten.
a) Vakmanschap. Onze medewerkers verstaan hun vak, onderhouden hun vakkennis of zijn bezig een vak te leren.
b) Samenwerken. Onze medewerkers werken samen en niet alleen. Dat kan niet meer (vakmanschap en complexiteit), dat hoeft niet meer (samen is fijner en kun je meer dan alleen) en het mag ook niet meer alleen.
c) (Zelf)reflectie. Onze medewerkers kijken in de spiegel of houden elkaar een spiegel voor. Zo leren ze met en van elkaar en krijgen inzicht in hun eigen functioneren en kwaliteiten.
d) Hulp vragen of inspiratie opdoen. Onze medewerkers weten wat ze kunnen en kennen hun grenzen. Ze vragen hulp en kijken elders om inspiratie op te doen. Zo onderhouden ze hun vakkennis.
