19 jan 2017

Kwaliteitskader Verpleeghuiszorg is vastgesteld

Vrijdag 13 januari heeft het bestuur van het Zorginstituut Nederland het definitieve Kwaliteitskader Verpleeghuiszorg vastgesteld. Daarmee vormt het kader de wettelijke basis voor de kwaliteit van de verpleeghuiszorg. Zorgaanbieders zijn hiermee verplicht om kwaliteitsinformatie over het functioneren van hun instelling aan te leveren. Het kader bevat geen ‘in steen gehouwen’ bezettingsnorm.

In oktober 2016 bleek dat partijen uit de verpleeghuiszorg er bij de formulering van het kwaliteitskader onderling niet uitkwamen. De Kwaliteitsraad van het Zorginstituut nam de ontwikkeling van het Kwaliteitskader toen over. De documenten die er lagen, vormen uitgangspunt voor dit nieuwe Kwaliteitskader. De Kwaliteitsraad heeft op inhoudelijke gronden knopen doorgehakt.

Ruimte voor verbeteren van de zorg

Jan Kremer, voorzitter van de Kwaliteitsraad van het Zorginstituut: ‘Bij dit kader draait alles om het verbeteren van de zorg voor de mensen in de verpleeghuizen. En daar is ruimte en vertrouwen voor nodig. In het kwaliteitskader staan aanbevelingen voor instellingen om samen de kwaliteit te verbeteren en het lerend vermogen te versterken. Maar het kader kent ook stevige vereisten: veel concrete verbeteringen in de verpleeghuiszorg moeten nog in 2017 gestalte krijgen. Ten slotte is het kader ook nog de basis voor de zorg inkoop door de zorgverzekeraar en helpt de inspectie bij het houden van toezicht of cliënten daadwerkelijk de zorg krijgen die ze mogen verwachten.’

Bezettingsnorm

Over het hete hangijzer van de samenstelling van het personeel, stelt het Zorginstituut: ‘Vanwege de verschillen tussen cliënten, en tussen locaties, zet het kwaliteitskader in op context-gebonden normen voor de personeelssamenstelling. Tot deze er zijn, stelt het kader minimale normen vast waaraan zorgorganisaties moeten voldoen. Cliënten moeten voldoende zorg krijgen. Instellingen hebben de verantwoordelijkheid om dat te realiseren. Het gaat om voldoende personeel, met de juiste kennis en kunde. Dat betekent de ene keer 1 op 8, de andere keer 4 op 8. Geen in steen gehouwen verhouding, maar maatwerk. En: de personele inzet is niet vrijblijvend. Dat is goed nieuws voor cliënten, maar ook voor medewerkers die de zorg moeten leveren.’

Vertrouwen in professionals

Een complex vraagstuk zoals kwaliteit in de verpleeghuiszorg kent geen simpele oplossing. Kwaliteit van zorg ontstaat op de werkvloer, aldus Kremer: ‘De professionals kennen hun cliënt het best en kunnen vanuit hun vakmanschap aansluiten bij de wens van de cliënt. De kracht die daar ligt moet optimaal benut worden. Dit kwaliteitskader geeft hen ruimte om te werken aan verbetering. Verbeteren doe je samen. Met alle betrokken partijen, met cliënten, met professionals, met bestuurders en met andere verpleeghuizen. Om te kunnen verbeteren zijn leren en ontwikkelen belangrijk. Organisaties moeten daar de voorwaarden voor scheppen. Maar leren is niet vrijblijvend. Er zal op getoetst en gehandhaafd gaan worden. Leren moet ook echt leiden tot betere kwaliteit van zorg.’

Minder bureaucratie

Het moet zichtbaar zijn of een instelling voldoet aan de eisen van basisveiligheid. Dat wordt in het Kwaliteitskader vastgelegd met afspraken die de basisveiligheid op locatieniveau transparant maken. Zorgaanbieders zijn met ingang van januari 2017 wettelijk verplicht de beperkte informatie aan te leveren. Maar het gaat om meer. ‘We verbeteren de verpleeghuiszorg niet door controleren en straffen, maar door vertrouwen in de mensen te versterken. Van meten naar verbeteren. We verzamelen informatie die de sector helpt om van elkaar te leren en zichzelf te verbeteren.’

Aan de slag met de invoering

De regie op de ontwikkeling en implementatie van het Kwaliteitskader ligt vooralsnog bij het Zorginstituut, de verantwoordelijkheid voor de uitvoering ligt bij de sectorpartijen. Om dit te bereiken richt het Zorginstituut een stuurgroep in die de uitvoering van de opdrachten ondersteunt en bewaakt. Deze stuurgroep bestaat uit vertegenwoordigers van de relevante sectorpartijen, inclusief cliënten en zorgkantoren.

Bron: www.zorgvisie.nl

i q d

Deel dit bericht via: